maandag 13 maart 2017

Mijn M/V/X-bril: meer dan één enkel verhaal - Jesse Van de Kerckhove

We wonen in een gezellige buurt waar diversiteit standaard is. Alleenstaande moeders, nieuw samengestelde gezinnen, een buurjongetje van vier dat vrolijk Pools spreekt dankzij zijn mama. Twee lieve buurvrouwen die samen drie toffe kinderen grootbrengen. Onze buurmannen vind ik bijzonder omdat ze knappe muzikanten zijn en niet omdat ze samenwonen. En een andere buurman van 92 rijdt elke week met drie dames op leeftijd naar de supermarkt in de buurt.
Kortom, ik vind het niet moeilijk om door een M/V/X-bril te kijken. Dat dacht ik toch …

Begin december hoorde ik op een netwerkdag voor boekenjuffen An Stessens, medewerkster bij Iedereen Leest, spreken over het hoe en waarom van het thema van de Jeugdboekenmaand. (De lezing is nog altijd
na te lezen op de website). Vooral de TED-talk van auteur Chimamanda Ngozi Adichie deed me nadenken over mijn ‘single story’.

En dan hoorde ik een juf zich afvragen of we het wel allemaal zo ingewikkeld moeten maken. “Gewoon een mama en papa en de kinderen. Kinderen geraken helemaal in de war met al die verschillende toestanden.” Ik schrok. Is dat zo? Maken we het kinderen moeilijk?
Wat voor mij vanzelfsprekend lijkt, heb ik kritisch proberen bekijken. Het is toch onze taak in het onderwijs om niet één verhaal te vertellen? Zet ik mijn M/V/X-bril genoeg op? Geef ik kinderen genoeg kansen om te ontdekken wie ze zijn? Ik merkte snel dat M/V/X meer is dan gender alleen.

Zelf een toneelstuk schrijven
Het afgelopen jaar hebben we bij Spoor 6 het boek De buik van meneer Hobbema van Ron Schröder en Marianne Busser herwerkt naar een theaterstuk voor kinderen van 2,5 tot 8 jaar. We gaven het stuk de naam De buik van Bill. De lezing van An Stessens was de aanleiding om ons scenario kritisch te herlezen, nu met een M/V/X-bril op.

Het hoofdpersonage Bill denkt dat er een kindje in zijn buik groeit omdat hij steeds dikker wordt. Bill koopt daarom in het winkeltje van zijn buurvrouw Tille speelgoed voor het kindje dat op komst is. Hij twijfelt of hij speelgoed voor een jongen of een meisje moet kopen. Uiteindelijk koopt hij van alles wat: “Een jongen of een meisje, het doet er niet toe.” Als Bill een flesje water niet open krijgt, geeft Tille er een flinke draai aan. En de vier poppen die we gebruiken om luiers te leren verversen, hebben alle vier een andere huidskleur. Dat ging gepaard met heel wat zoeken op internet, want gekleurde poppen zijn niet zomaar te koop in de speelgoedwinkel. Ten slotte moet buurvrouw Tille Bill uitleggen dat alleen vrouwen een kindje in de buik kunnen hebben, maar in ons lied over koetjes en kalfjes zingen we ook over families met twee mama’s of twee papa’s.

Zo hebben we de M/V-clichés met subtiele aanpassingen verholpen. Ze werden al opgemerkt door een volwassen toeschouwer die ons erover aansprak. Uiteindelijk hopen we gewoon dat alle kinderen zich kunnen herkennen in het verhaal of dat ze merken dat er altijd meer dan één mogelijkheid is.

Ook op school meer dan één enkel verhaal
In het zesde leerjaar gaf ik de opdracht om het boek Mansoor, of hoe we Stina bijna dood kregen te lezen naar aanleiding van de Week tegen Pesten. Vooraf stelde ik schrijver Bart Moeyaert voor en ik toonde zijn passage in Van Gils en gasten waar hij vertelt over zijn ervaring met pesten. Er kwam ook ter sprake dat hij getrouwd is met een man. Het verhaal is geschreven in de ik-persoon, een meisje dat niets liever doet dan trouwen met haar neefje. Maar tijdens het klasgesprek over het boek bleek dat een aantal kinderen dachten dat het ik-personage een jongen was. “Ah ja, juf, jij zei toch dat de schrijver een homo was.“ Of hoe snel een beeld wordt gevormd.
Naar aanleiding van de zwartepietenrel las ik in de derde graad Hoe mooi wit ik ben van Dolf Verroen voor. In het boek krijgt Maria een slaafje voor haar twaalfde verjaardag. Tot het einde van het boek wordt volgehouden dat het normaal is om een zwart slaafje te hebben dat je kan behandelen als een stuk vuil. Het boek schreeuwt onrechtvaardigheid uit, juist omdat het hoofdpersonage zelf niet beseft hoe fout ze denkt en doet. De kinderen werden er ongemakkelijk van. Nadien wisten ze heel goed waar de rel over Zwarte Piet vandaan kwam en wat racisme kan betekenen.
In het eerste leerjaar ga ik deze Jeugdboekenmaand zeker aan de slag met de reeks Agent en Boef van Tjibbe Veldkamp en Kees de Boer. Ik ben al jaren gek op deze boeken. Ik ben fan van Agent, van zijn schortje en zijn kookkunsten. Maar ook van de kwajongensstreken van Boef, die ook de meisjes in onze klas geweldig vinden. We bouwen dan een gevangenis van boeken in de klas. We bedenken een nieuw ontsnappingsscenario voor Boef, verkleden ons en spelen het na. Gegarandeerd wordt Agent en Boef voor alle jongens en meisjes het favoriete spel op de speelplaats! Zonder met de vinger te wijzen, doorprikken deze boeken clichés. Het zijn die zaadjes die we moeten planten bij onze kinderen.
Een moeilijk thema?
Verschillende leerkrachten zeiden me dat ze niet wisten hoe ze het thema moesten aanpakken, hoe ze ermee aan de slag konden gaan in de klas. Zelfs een bibliothecaresse zei me dat ze het dit jaar wel een heel moeilijk thema vond. Volwassenen hebben het duidelijk moeilijker met M/V/X dan kinderen.
Kies gewoon een boek dat je aanspreekt uit de geweldige suggestielijst op de website van de Jeugdboekenmaand. Boeken duiden dingen die je zelf niet uitgelegd krijg, soms makkelijker. Surf vervolgens verder op de gedachten en de ideeën van de kinderen en vergeet niet de M/V/X-bril op te zetten, bij jezelf en bij de kinderen.

Toen we op onze school de Jeugdboekenmaand gingen voorbereiden, vroegen we ons af hoe we de opening gingen aanpakken. Normaal laten we deze kans niet voorbij gaan om ons te verkleden en het thema met een aantal grappige scènes op de speelplaats te introduceren. Nu wilden we het cliché vermijden van de meester die zich als juf verkleedt, en andersom. Dus vertrokken we vanuit een goed boek dat geschikt is voor kinderen van 2,5 tot 12 jaar: Het lammetje dat een varken is van Pim Lammers en Milja Praagman.

In het zesde leerjaar hadden ze onmiddellijk na de voorstelling van het boek, een uitgebreid gesprek over transgenders. In het eerste leerjaar zijn ze vrolijk aan de slag gegaan met schapen en varkentjes knutselen. Tijdens de Jeugdboekenmaand zal Het lammetje dat een varken is doen wat alle goede boeken doen: kinderen laten kijken en denken vanuit andermans ogen en hoofd.

Of om het zoals Chimamanda Ngozi Adichie te zeggen: boeken kunnen ons meer dan ‘één enkel verhaal’ geven.  

Jesse Van de Kerckhove combineert haar twee grote passies: theater en jeugdliteratuur. Van maandag tot woensdag gaat ze als boekenjuf van klas tot klas in vrije basisschool De Plein in Holsbeek om de kinderen te besmetten met de leesmicrobe. De andere dagen van de week speelt ze toneel bij jeugdtheater Spoor 6 of geeft ze workshops ‘Met boeken op de (theater-)planken’. Maar bovenal is ze mama van 3 dochters: een boekenwurm van 11 jaar en twee gretige luisterlezers van 7 jaar.


1 opmerking: